|
|
|
|
|
Robert Doornbos
Kan naast tennissen, ook racen
Robert Doornbos (23 september 1981) maakte als semiprofessionele tennisser kennis met de autosport. Op uitnodiging van Williams F1 belandde Doornbos in 1998 in de paddock van Spa-Francorchamps. De sport hield de Rotterdamse tennisser direct in zijn macht en hij won advies in bij Jacques Villeneuve. De toen nog regerend kampioen adviseerde Doornbos om in de Formule Ford te gaan rijden, omdat hij te oud en groot was om nog te beginnen in de karts. Doornbos begon zijn racecarrière in de winter van 1999 in de Britse Opel Lotus, waar hij met vier overwinningen en evenveel pole-positions en snelste raceronden vicekampioen werd.
Omdat je het advies van een Formule 1-kampioen niet afslaat, kwam Doornbos in 2000 uit in de Formule Ford Benelux. Hij stond dat seizoen zes maal op het podium en behaalde ook in deze klasse het vicekampioenschap. In de daaropvolgende drie jaren zou Doornbos te vinden zijn achter het stuur van een Formule 3-bolide. Te beginnen in de Britse Formule 3, waar hij negen keer het podium betrad en twee overwinningen behaalde. Doornbos werd dat jaar als vijfde geklasseerd in de eindstand. In 2002 en 2003 kwam hij voor Team Ghinzani uit in het Duitse en Europese Formule 3 kampioenschap.
Ondersteund door energiedrankjes-fabrikant Red Bull kwam Doornbos in 2004 uit voor het oppermachtige team Arden in het FIA International F3000 kampioenschap. Terwijl zijn teamgenoot Vitantonio Liuzzi het kampioenschap binnenhaalde, werd Doornbos in datzelfde jaar derde in het klassement en behaalde daarmee tevens de titel “Rookie of the Year”. Bovendien behaalde de Rotterdammer op het circuit Spa-Francorchamps een glansrijke overwinning. Toevalligerwijs het circuit waar hij zes jaar eerder voor het eerst met de autosport kennismaakte.
Zijn resultaten in de Formule 3000 waren de springplank naar de Formule 1; Doornbos werd voor de laatste drie races benoemd tot de testcoureur bij de F1-renstal Jordan, waar hij in de Formule 1-weekenden de vrijdagse trainingen zou rijden. Dit deed de Rotterdammer naar mening van teameigenaar Eddie Jordan zodanig, dat hij in 2005 dichtbij was om voor de Britse renstal de wedstrijden te mogen rijden. Een overname van Jordan Grand Prix door Alex Shnaider gooide echter roet in het eten, want de nieuwe eigenaar besloot Narain Karthikeyan en Tiago Monteiro voor het nieuwe Midland F1 te laten rijden. Voor Doornbos zat er niets anders op dan ook in 2005 de functie als testcoureur (tijdelijk) te blijven bekleden.
Doornbos dan toch aan de start van een Formule 1-race
Vlak voor de start van de Grand Prix van Duitsland doet er zich voor Doornbos een optimale kans voor; Patrick Friesacher kan niet aan zijn financiële verplichtingen doen bij het noodleidende Minardi. Teameigenaar Paul Stoddart besloot Doornbos – ondersteund door vastgoedmagnaat Harry Muermans – in de auto te zetten. Hierdoor werd hij plotsklaps teamgenoot van Christijan Albers en kreeg de Italiaanse renstal een Nederlands tintje.
Doordat Minardi niet veel later verkocht werd aan Red Bull, bleek er in 2006 gek genoeg voor Doornbos geen plek meer. De Rotterdammer die nog steeds ondersteund werd door de energiedrankjes-fabrikant kon echter wel aan de slag als derde rijder bij de eerste renstal van de Oostenrijkse firma: Red Bull Racing. Vlak voor het einde van het seizoen besloot Red Bull Racing om hun protegé Christian Klien aan de kant te zetten en Doornbos de laatste drie races te laten rijden.
Geslaagd Amerikaans avontuur voor “Bobby D.”
Ook in 2007 was Doornbos weer de derde rijder van Red Bull Racing, maar vanwege aangepaste reglementen voor testdagen, kwam hij dat jaar nauwelijks in actie achter het stuur van een Formule 1-auto. Robert maakte ondertussen zijn debuut in de Champcar World Series, een klasse die beter bekend stond als de “Amerikaanse Formule 1”. Hij keerde terug bij Paul Stoddart, die een nieuw team met de naam Minardi Team USA stichtte. Doornbos deed dat jaar uitstekende zaken; tijdens zijn eerste wedstrijd in de ‘Champcars’ kwam hij als tweede over de finish. Daarmee was “Bobby D.”, zoals de Amerikanen hem noemden, de eerste debutant sinds Nigel Mansell in 1993 die in zijn eerste race het podium wist te halen. Verder pakte Doornbos dat seizoen twee overwinningen en besloot zijn Amerikaanse avontuur als derde in het eindklassement.
Het seizoen 2008 begon rustig voor Doornbos. Doordat de Champcar World Series fuseerden met de Indy Racing League, moest Stoddart noodgedwongen de stekker uit zijn renstal trekken en werd Doornbos werkloos. De Rotterdammer was tot en met 2011 actief in de Superleague Formula, waarin hij voor de voetbalclubs AC Milan en SC Corinthians diverse overwinningen wist te behalen.
|
|
|
|
|
|
|