Coureurs




Toine Hezemans

Autosport als familietrek




Thieu Hezemans, de vader van Toine, nam zijn zoon reeds als jongetje mee naar de circuits. Het is dus niet zo vreemd dat deze kleine pindakaas-eter dacht: dat wil ik later ook. En zo is het gegaan. Rond een Porsche-motor bouwde Thieu al zijn eigen Motorkracht Special waarmee hij racete op de Nьrburgring, op Francorchamps en uiteraard op Zandvoort.

Was de joviale mensenvriend Thieu, die zijn brood verdiende in de autohandel, een begenadigd amateur, Toine zou uitgroeien tot een pure professional, fabrieksrijder voor Abarth, BMW en Alfa Romeo. Een man met een zeer ontwikkeld ‘wagengevoel’ die de techneuten exact de juiste informatie over het gedrag van de auto kon geven. Een man daarbij met een niet aflatend oog voor details en een hang naar perfectie.

Net als sommige voetballers beschikte Toine als coureur over een trucendoos die hij bij gelegenheid ‘opentrok’. Van racen met monoposto’s hield hij zich vrijwel geheel afzijdig.

Zijn belangrijkste prestaties: Europees Kampioen toerwagens in 1970 en 1973, 1e Targa Florio 1971, 2e 1000km Цsterreichring 1971, 1e 24-uursrace Francorchamps 1973, Europees Kampioenschap GT: 3e 1975, Europees Kampioenschap GT: 1e 1976, 1e 24-uursrace Daytona 1978.

Constructeur

Na de beлindiging van zijn raceloopbaan trad Toine, als constructeur van racewagens, in de voetsporen van zijn vader. Een Groep 5 ‘Ford Escort’ die vrijwel niets meer met het origineel te maken had, werd het begin van een serie eigen race-auto’s.

In 1996 nam hij de hele boel van Lotus Racing in Engeland over, compleet met tekeningen, tientallen motoren en magazijnen vol speciale onderdelen. Zakelijk is Hezemans onder meer actief als projectontwikkelaar in de VS en op de Antillen, was eigenaar van een eigen luchtvaartmaatschappij en exploitant van een indoorkartbaan in Eindhoven.


In 2022 bracht Hezemans veel tijd in Amerika door, om samen met Ernst Berg een nieuw NASCAR-team op te zetten, Team Hezeberg. Met Toine’s zoon Loris als coureur.
Door de zeer beperkte test- en ontwikkelingsmogelijkheden in de NASCAR en de hoge kosten werd aan het eind van 2022 besloten dit project niet verder door te zetten.