Coureurs




Ed Swart

Geboren onder het teken van de schorpioen




In de jaren zestig was in Den Haag en omstreken de naam Swart synoniem aan het merk Fiat. Swart senior bezat in de Haagse regio een aantal Fiat dealerbedrijven en profiteerde, in de tijd dat Nederland in hoog tempo ‘mobiliseerde’, van de grote populariteit van de Fiatjes.

Ed en zijn broers kwamen dus al jong in aanraking met auto’s en autosport en stortten zich om te beginnen op de kartsport die begin jaren zestig populair werd. Ze werden importeur van het Italiaanse Italkart.

Ed behoorde onder andere met Toine Hezemans, Jan van Osch, Wim Boshuis en Dick van Staalduinen tot de groep karters die overstapte naar de grote racerij. Ed bracht hen onder in de Scuderia Auto Swart dat de zaken voor die tijd bijzonder professioneel aanpakte.

Het team, met Hans Grimmelt als manager, reed met Fiats Abarth. Met dit merk, dat werd gekenmerkt door een schorpioen in het logo, bouwde Ed Swart aan zijn eerste serie internationale successen: Europees Kampioen toerwagens 1965 (0-1000cc), EK Toerwagens: 3e, 1967 (850-1000cc), EK Toerwagens 2e, 1969 (0-1000cc).

Naar Amerika

In onze herinnering blijft gegrift de schitterende strijd die hij op Zandvoort in een Europa Cup-race uitvocht met Toine Hezemans en de helaas jong verongelukte Ab Goedemans. Tussen de drie Abarths zat zelden meer dan enkele tientallen centimeters. Close racing, made in Holland. Toen hij naderhand met een Chevron zijn geluk beproefde bij de razendsnelle tweeliter sportscars, bleek dat Ed Swart ook in die klasse met de besten mee kon.

Tegen het eind van de jaren zeventig trok de familie Swart zich terug uit de dealerbedrijven en verkocht Ed Swart zijn handelsbedrijf in sportieve onderdelen, Holland Steel. Hij vertrok naar Amerika, waar hij zich specialiseerde in de import van Ferrari’s en van (vooral Britse) historische racewagens, in het bijzonder van het merk Chevron.